De Verheffing van het Heilig Kruis, het strikte vasten en de gewoonte van de Koninklijke. 14 sept.
In 326 na Christus de Ελένη ze ging naar Jeruzalem om het Heilige Land te aanbidden en God te danken voor de triomfen van haar zoon Constantijn de Grote.
Goddelijke ijver zorgde er echter voor dat Sint-Helena haar ging onderzoeken vinden van het Heilig Kruis. Toen ze het Heilige Kruis ontdekten, hieven ze het in de tempel op een hoge plaats op, zodat iedereen het kon zien en aanbidden.
Dus voor de Herdenking van de Verheffing van het Heilig Kruis vasten we op 14 september, want het Kruis is een Herdenking van het Lijden van Christus.
Vasten op de dag van de Verheffing van het Heilige en Levende Kruis is streng en net zo belangrijk als vasten op Goede Vrijdag. We vasten voor de vergeving van onze zonden.
We vasten ook van elke vorm van zonde.
Door de eeuwen heen delen de priesters op de dag van de viering van de kruisverheffing basilicum uit aan de gelovigen, om de weg en de plaats te herinneren waar het kruis werd gevonden waarop Christus de marteldood stierf.
Deze gewoonte heeft de overhand sinds Sint-Helena zelf naar Jeruzalem ging en vroeg waar het kruis werd begraven. Maar geen enkele christen wist hoe hij het haar moest vertellen. Degenen die hem vele jaren geleden diep in de grond hadden begraven, waren nu gestorven.
Op een dag, toen Sint-Helena door een veld liep, stapte ze op wat gras en onmiddellijk vulde een zoete geur de lucht.
De geur kwam van de plant waar hij op stapte en hij vroeg de arbeiders onmiddellijk om daar te graven. Het was tenslotte de plaats waar het kruis werd begraven.
De plant die een referentiepunt werd, kreeg de naam basilicum en wordt sindsdien elk jaar op 14 september dienovereenkomstig geëerd.